NU.nl, AMSTERDAM, 31 maart 2010 - De politie in Amsterdam maakt
zich grote zorgen over de groeiende populariteit van de
kamikazefiets. De zogenoemde fixed-gearfietsen zijn eigenlijk
bedoeld voor races op de wielerbaan en hebben geen remmen, maar
duiken steeds vaker op in de stad. Met name koeriers gebruiken
de zeer snelle fiets steeds vaker.
Op een fixed-gearfiets zitten geen remmen. De fietser kan alleen
remmen door tegendruk op de pedalen te geven. Het achterwiel
blokkeert dan niet zoals bij een gewone terugtraprem. De remweg
is op een 'kamikazefiets' een stuk langer.
Boete.
Volgens de politie is de fiets vanwege de lange remweg zelfs
voor geoefende fietsers in de stad levensgevaarlijk. Bovendien
is het verplicht om remmen op een fiets te hebben. Berijders van
een fixed-gearfiets kunnen rekenen op een boete van 35 euro voor
rijden zonder goede remmen, maar het gevaar dat ze lopen is
volgens de politie van groter belang.
Ook verkopers van de baanfietsen kunnen volgens de politie een
bon krijgen. Als de verkoper weet dat de koper van zo'n fiets er
op de openbare weg mee gaat rijden, zou die schuldig zijn aan
uitlokking. ------------------------------------------------------------------------
Oorlog op het fietspad. Juli 2009, éénVandaag een gesprek met slachtoffer Benedicte Ficq.
------------------------------------------------------------------------
Snelle fietser heeft met iedereen ruzie
door Pieternel Kellenaers
BD, Zaterdag 26 mei 2007 - ZEVENHUIZEN - Loslopende
honden en kinderen zijn het ergst, vindt André van der Velden.
"Dan moet je echt in de remmen knijpen", zegt hij na afloop van
de 125 kilometer lange Kromme Mijdrecht-tocht. Vanwege de
slechte weersvoorspellingen is het deze zondag rustig en heeft
de secretaris van toerclub (TC) Zevenhuizen '80 onderweg weinig
gekke dingen meegemaakt.
Twee mannen uit onze ploeg zijn bij Breukelen wel eens de Vecht
ingereden omdat een automobilist zijn snelheid niet aanpaste. In
het verleden was er plek genoeg op de weg. Door de aanleg van
uitwijkplekken, paaltjes en drempels is er minder plaats en
daardoor is ook de agressie in het verkeer toegenomen."
De toerfietsers van TC Zevenhuizen '80 fietsen bij voorkeur in
een groep van zeker dertig man, twee aan twee met een gemiddelde
snelheid van bijna dertig kilometer per uur. Dat is bijna twee
keer zo snel als een doorsnee fietser, maar nog langzaam
vergeleken met de echte wielrenner die meer dan veertig
kilometer per uur haalt. Vanwege snelheid en grootte van de
groep moeten de wielrenners andere fietsers en voetgangers vaak
schreeuwend waarschuwen om aan de kant te gaan. Van der Velden:
"Dat levert wel eens boze gezichten en scheldpartijen op. Mensen
hebben niet door dat we met onze schoenen vast aan de pedalen
zitten en daardoor niet snel kunnen afstappen. Het duurt
bovendien even voor we als groep ineen geschoven zijn om plaats
te maken. Zeker aan het einde van de rit als iedereen moe en
hongerig is en de concentratie minder wordt." De toerfietser
gebruikt zelf ook wel eens zinloos geweld, onderweg naar zijn
werk op de parallelweg langs de A15 bijvoorbeeld. Van der
Velden: "Daar jakkeren automobilisten vlak langs je heen om de
file te ontwijken. Als ze even later voor een stoplicht staan,
wil ik nog wel eens met mijn vlakke hand op de motorkap slaan."
Dat niet alle verkeersdeelnemers gecharmeerd zijn van de lange
slierten wielrenners blijkt wel uit de vele discussies op
internet hierover. "Dat tricot-tuig neemt elke zondag bezit van
de (binnen)wegen. Dat ze niet vaker tot pulp worden gereden,
puur door de arrogantie en het zure chagrijn waarmee ze níet aan
de kant gaan, kan ik enkel toeschrijven aan goddelijke
interventie", schrijft ene Jan H.
Jaarlijks komen 1500 wielrenners met ernstige verwondingen bij
de eerste hulp van een ziekenhuis, blijkt uit recent onderzoek
van de stichting Consument en Veiligheid. Vanwege het grote
aantal ongelukken met fietsers en de populariteit van de
wielersport geeft de stichting Consument en Veiligheid sinds
deze week adviezen voor de sporters via http://www.voorkomblessures.nl
Belangrijkste tip: draag een helm. "In groepsverband wordt
vanwege het grotere risico op vallen meestal nog een helm
gedragen", zegt projectleider Saskia Kloet. "Wij adviseren
mensen dat ook te doen als ze alleen fietsen, het is bewezen
effectief bij ongevallen. Voldoende eten en drinken onderweg is
ook belangrijk."
Van de 1500 wielrenners die zich jaarlijks met ernstige
verwondingen bij de eerste hulp van een ziekenhuis melden, is
bijna de helft (49 procent) gewond aan schouder, arm of hand.
Ruim een vijfde (22 procent) heeft letsel opgelopen aan hoofd,
hals of nek. Dat blijkt uit een analyse van de stichting
Consument en Veiligheid aan de hand van letselgegevens van 2001
tot en met 2005.
Verreweg de grootste groep slachtoffers (67 procent) is ouder
dan 35 jaar, 22 procent is ouder dan 18.
Het meeste letsel wordt opgelopen na een val van de fiets na een
eenzijdig ongeval, 9 procent komt in botsing met een fiets en 6
procent met een auto.
De Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) adviseert in een
gedragscode om in groepen van maximaal vijftien wielrenners te
rijden en bij elkaar te blijven, ook bij pech.
---------------------------------------------------------------------------------- Wielrenner vaak betrokken bij ongeluk
BD, Zaterdag 26 mei 2007 - DEN HAAG - Jaarlijks komen
meer dan 1500 wielrenners met ernstige verwondingen bij de
spoedeisende hulp terecht, becijferde de Stichting Consument en
Veiligheid onlangs.
In bijna een op de vijf gevallen (18 procent) is de wielrenner
op een voertuig of voetganger gebotst.
Tussen 2003 en 2006 groeide het aantal georganiseerde
toerfietsers en wielrenners met dertien procent tot 68.000,
blijkt uit gegevens van toerfiets- en wielerclubs. Ook worden er
steeds meer tochten georganiseerd. Maandag is de Elfstedentocht
op de fiets.
Het totaal aantal wielrenners wordt door het Sociaal Cultureel
Planbureau (SCP) aan de hand van bevolkingsonderzoek op 3,2
miljoen geschat. Onder mannen is wielrennen een populaire sport.
Vooral in het voorjaar en de zomer is het wielrennen geliefd en
worden in het hele land toertochten georganiseerd.
Zelden worden de racende fietsers van het overige verkeer
gescheiden, wat irritaties en gevaarlijke situaties oplevert.
Wielerseizoen met zegen geopend
door Ad Janssen
BD,
Maandag 5 maart 2007 - HEESWIJK-DINTHER - Voor de tweede keer
opent Tour- en Wielerclub De Kachelders uit Heeswijk-Dinther het
wielerseizoen met een kerkelijke zegening van de fietsen. Een
mooier decor daarvoor dan de Abdij van Berne in Heeswijk is
nauwelijks denkbaar. Al voor negen uur deze zondag zijn
voorzitter Henri van Sambeek en penningmeester Hans Swartjes,
samen met pastoor Joost Jansen ter plekke om de stroom van
deelnemers aan de zegening en de aansluitende fietstocht van 25
of 40 kilometer te verwelkomen.
Met een flinke haal van de kwast zegent pastoor
Joost Jansen de samengestroomde fietsers bij de
abdij van Berne. foto Peter van Huijkelom
"We verwachten toch zeker 150
deelnemers. De wielerclubs uit de omgeving, 't Verzetje uit
Schijndel, 't Goei Smoesje uit Berlicum, Vlug Terug uit Nuland,
De Voorsprong uit Heesch, TWC Vorstenbosch, ze komen allemaal en
dan zijn er natuurlijk ook nog 'de gewone fietsers' en onze
eigen club", stelt de voorzitter. Binnen is er koffie.
Tiny van Lieshout heeft met enkele collega's de route nog eens
gecontroleerd. "Er is weer behoorlijk wat baldadigheid geweest.
Veel bordjes zijn verhangen, omgedraaid of van de bomen gehaald.
Wie doet nu toch zoiets. Dáár moest de politie naar kijken."
En tussen neus en lippen door volgt dan het verhaal dat ze
tijdens het uitzetten van de tocht te maken kregen met de
milieupolitie die zich afvroeg of er niet te veel nietjes in de
bomen geprikt werden. "U zou het ook niet prettig vinden als er
een nietje in uw rug geslagen werd." De renners, in een
bonte stoet, verzamelen zich voor het bordes van de abdij, waar
pastoor Jansen een kort woordje houdt. "Een mooie gebeurtenis.
Met de Omloop van het Volk gisteren werd het officiële
wielerseizoen in België geopend. Met deze zegening doen wij dat
nu hier. Deze zegening reikt verder dan de horizon. Het betekent
ook dat we aandacht vragen voor elkaar, alert blijven op ons
zelf en mededeelnemers. U krijgt een kaartje met daarop de psalm
van de zegening: waar je ook gaat of staat, Hij zal je
behoeden." En dan volgt nog een waarschuwing aan degenen
die niet opletten. "Je moet het wel horen, anders geldt het
niet." Wijwater spat symbolisch over de eerste rijen
fietsen, maar ieder krijgt zijn eigen individuele zegening nog
onder de poort van de abdij. Met zichtbaar genoegen besprenkelt
pastoor Jansen de renners en de fietsliefhebbers en wenst hen
een behouden tocht. "Deze zegen telt voor een heel jaar. Volgend
jaar in te ruilen voor een nieuwe." Waarna de fietsers met een
beschermd gevoel en goed gehumeurd de weg op gaan.
Interessante vraag
uit de Nationale Wetenschapsquiz.
Vlak achter een voorligger verbruikt een fietser minder energie
dan als hij alleen fietst. Maar heeft de koprijder ook profijt
van die situatie?
A. Nee, integendeel, hij moet wat harder trappen.
B. Nee, het maakt geen verschil.
C. Ja.
Antwoord c is het goede antwoord: de koprijder heeft ook profijt
van de situatie. Als je in een windtunnel twee cilinders achter
elkaar zet, vermindert voor beide de luchtweerstand. De optimale
situatie, waarin beide cilinders de minste weerstand
ondervinden, doet zich voor als ze twee diameters van elkaar
staan. Maar bij fietsers is het verschil kleiner. In
tegenstelling tot een cilinder zit een fietser niet stil en
heeft hij geen volmaakt ronde vorm. In de windtunnel ondervond
de “kopman” 0,8% minder luchtweerstand als er iemand achter hem
fietste dan in zijn eentje. Dat lijkt niets, maar in een sport
waar het soms op honderdsten van seconden aankomt, kan het de
doorslag geven. Bovendien wil een koprijder perse op kop blijven
rijden. Het heeft dus ook een psychologisch voordeel.
Jongen krijgt fiets
terug via Marktplaats
NU.nl, Uitgegeven: 4 december 2006
AMSTERDAM - Een 17-jarige jongen uit Kaatsheuvel heeft via de
website Markplaats zijn gestolen fiets teruggekregen.
Na het zien van een advertentie nam hij contact op met de man
die zijn fiets aanbood, een 50-jarige plaatsgenoot. Een afspraak
werd gemaakt. De gedupeerde ging niet zelf, maar hij lichtte de
politie in.
Toen agenten aankwamen bij de 50-jarige Brabander, toonde deze
de fiets. Hij verklaarde geen idee te hebben waar die vandaan
kwam. De 16-jarige dochter van de man bleek de fiets te hebben
gestolen en onder de naam van haar vader op de website te hebben
aangeboden.
Het meisje ontving een boete. De fiets is terugbezorgd bij de
eigenaar.
’Het is maar een kat’
BD, Donderdag 19 oktober 2006 - Wielrenners - Vrijdag de 13e was
in ieder geval wel een ongeluksdag voor het katje van de buren,
Het is 18.30 uur. Ik zit nog lekker even buiten en zie twee
wielrenners aankomen. Een man en een vrouw, met zonnebril,
voorovergebogen over het stuur.
Op hetzelfde moment steekt het katje van de buren over, en een
van de wielrenners rijdt er dwars overheen. Ik hoor een knak en
het katje ligt op de grond. Ik roep de wielrijders nog na maar
ze rijden zonder op of om te kijken door.
Ik ben ze achterna gereden en heb ze aangesproken op hun gedrag.
Ze reageerden met hoongelach. "Wat geven wij nou om die kat. Je
moet maar zorgen dat ze niet op de weg lopen". Het waren mensen
van rond de 30. Daar verwacht je toch van dat ze weten wat
normen en waarden zijn
J. Sijsenaar-Pijnappels
St.Michielsgestel
Uit
de Autoweek.
Fietsers. Ze zijn niet weg te denken uit ons landschap.
In drommen tegelijkertijd; doordeweeks scholieren, door
elkaar krioelend, schreeuwend als een troep meeuwen. In
het weekend echtparen van middelbare leeftijd. Rugzakje,
ANWB-routeboek en twee
keurige Gazelles,
één dames en één herenmodel,
verder identiek. ’t Rijdt soms allemaal wat in de weg,
maar wat zou dat? Leven en laten leven, dus blijf je er
rustig achter rijden, tot je ruimte genoeg hebt om er
veilig en rustig voorbij te gaan.
Maar je hebt ook fietsers die wielrennertje spelen. Je
kent dat wel, met van die clownspakjes aan,
zo’n
fluoricerende halve hazelnoot met een zuur
verwrongen gezicht eronder en van die enge spataderpoten
die driftig op en neer trappen. Wee je gebeente als je
met je auto ook maar in de buurt van
zo’n fietser durft te komen. Meestal komen ze in
groepen voor, en dan maken ze zich zo breed mogelijk om
te voorkomen dat je er met je auto voorbij komt. En doe
je uiteindelijk een voorzichtige poging, kijken die
‘wielrenners’ je woedend aan vanonder hun gekleurde
pispotjes. Zit je in een cabrio,
dan verbaas je je over
de vocabulaire die je over je
heen krijgt; die woorden hebben ze niet van hun moeders
geleerd.
Wielrenners denken dat de hele weg van hun is.
Automobilisten rijden in de weg, vormen een bedreiging
en moeten “oprotten”.
Verontwaardiging alom, totdat de heren aan het eind van
hun rondje zijn gekomen. Want dan worden de fietsen weer
op de TwinnyLoad gezet en zijn de
wielrenners weer automobilisten.
COLUMN
Door Wouter ter Haar
Hel
BD, oktober 2003.
Kijk hem daar nu toch eens staan. Hij is
bijna een karikatuur van zich zelf. Hij heeft een veel te
strakke zwarte broek van glimmend materiaal om de benen. Het
kledingstuk benadrukt zijn edele delen op een wel heel
onappetijtelijke manier. Zijn felgekleurde jas doet bijkans pijn
aan de ogen en omspant een wel heel geprononceerde buik. Hij
draagt ook een hoofddeksel; een helm van formaat uit de kluiten
gewassen waterhoofd.
Hij is deze koude zondagmorgen in oktober
vroeg opgestaan om mee te doen aan een toertocht door de bossen
die de illustere naam De Hel van Berghem heeft meegekregen. De
helletocht voert door Herperduin, de Maashorst tot aan Uden en
weer terug naar Berghem. Onze vriend heeft er zin in. Bij vertrek boert hij nog een keer flink,
laat een ferme scheet en zet kracht op de pedalen. Weg is hij.
Niet de eerste en bepaald ook niet de laatste van de ruim
vijfhonderd deelnemers.
Ergens tussen die vijfhonderd deelnemers
koers ik ook rond. In net zo'n strakgespannen broek en getooid
met zo'n even belachelijk hoofddeksel. Ik ben ook een van die
gekken die meent dat dit zondagse fietsen door bos en veld
gezond is voor lijf en leden. In de herfst- en wintermaanden
zijn op de zondagen de bossen domein van de crossfietsers.
Wandelaars opgelet: wij komen er aan op onze ranke en bemodderde
tweewielers.
Ik bevind me deze laatste zondagmorgen van
oktober 2003 daadwerkelijk in de hel. Slecht getraind ben ik aan
de 45 kilometer begonnen. Al op het eerste bospaadje moet ik
mijn medefietsers voor laten gaan. Eenzaam maal ik mijn
tandwielen rond over bospaden, door het rulle zand, over gladde
bladeren, langs scherpe boomstronken, over heuveltjes en door
het hoge gras. Als ik niet buiten adem zou zijn, was het puur
genieten.
Bij terugkeer wacht mij een bittere
teleurstelling. De hel blijkt vandaag geen hel te zijn geweest.
Vorig jaar wel. Toen raasde er een vernietigende storm over het
land. Nu kon iedereen de tocht uitrijden, werd mij -vechtend
tegen de kramp in mijn rechterbeen- lichtelijk ongevoelig
medegedeeld.
Onze vriend is al veel langer terug van de
prachtige tocht. Zijn ferme en goedgevulde buik heeft hem
bepaald niet in de weg gezeten. Voor hem op tafel staan twee
lege flesjes oud-bruin en liggen een verfrommelde wikkel van een
Ligakoek en zijn valhelm. Hij laat nog maar een boer. Niemand in
het Berghemse zalencentrum -vrijwel allemaal gestoken in min of
meer dezelfde kledij kijkt er van op. Hij lacht hard om een
schuine bak.
Morgen doet onze vriend
hoogstwaarschijnlijk mee aan de veldtoertocht van Toer- en
Wielerclub Coppi uit Herpen -start: zaal Thekes- en de week erop
aan een toertocht van wielerclub Tandje d'r, toerclub Over paden
en door Diepe Dalen of toerclub Verstand op Nul. Zet het oud
bruin maar vast koud.