De kennismaking
Vanaf het moment dat ik in augustus 2010 voor het eerst hoorde van de
Marmotte wist ik het gelijk zeker. Deze tocht ga ik hoe dan ook een keer
rijden. Fietsen in de bergen is voor mij het mooiste wat er is en op dat
gebied is de Marmotte de ultieme fietstocht die je als liefhebber kunt
rijden. Een tocht van 174 kilometer en bijna 5000 hoogtemeters over de
flanken van de Col du Glandon, Col du Telegraphe, Col du Galibier en als
toetje finishen op de Alpe D'Huez.
Om sterk genoeg te worden om de Marmotte uit te kunnen rijden had ik echter
nog een lange weg te gaan. Ik fietste op dat moment pas 3 maanden, dus ik
moest eerst maar eens leren hoe het is om in de bergen te fietsen en tochten
van die afstand te maken. Na in 2011 mijn eerste toertochten in Limburg en
de Ardennen te hebben gereden en ik in 2012 de Col du Glandon en Alpe D'Huez
had beklommen, vond ik dat het in 2013 maar moest gaan gebeuren!
De voorbereiding
Om me zo goed mogelijk klaar te stomen voor de Marmotte, ben ik in november
2012 begonnen met het trainen bij Welness Test & Training in Heesch. Na een
uitgebreide sporttest heb ik hier onder begeleiding 5 maanden lang intensief
getraind. 2x per week spinnen, 2x per week krachttraining en vanaf januari
elke zondagochtend duurtraining.
Nadat in Maart de winter helaas maar langzaam tot zijn einde kwam begon de
voorbereiding op de weg. Om veel aan mijn duurvermogen te werken heb ik me
ingeschreven voor meerdere toertochten in Limburg, de Ardennen en
Nijmegen/Berg & Dal. Via o.a. de Amstel Gold Race, Stephan Rooks Classic,
Ronde van Nijmegen, Tillf - Bastogne - Tillf en Limburg Mooiste heb ik
toegewerkt naar mijn laatste test in begin juni. Om extra hoogtemeters te
maken ben ik toen in voor 3 fietsdagen naar Bormio(Italië) gereden. Op de
eerste dag heb ik direct de Passo del Gavia beklommen en op de tweede dag
was de Passo del Stelvio aan de beurt. Wegens de lange winter was de Stelvio
was op dat moment alleen nog maar vanuit Bormio geopend, maar ik had het
geluk dat toen ik de top bereikte, de beklimming vanaf Prato een half uur
daarvoor ook geopend was. Deze kans kon ik natuurlijk niet laten schieten,
dus ik ben afgedaald naar Prato om de beroemde 48 bochten zijde ook te
beklimmen. Na die dag 45 kilometer te hebben geklommen was ik helemaal
gesloopt maar vol zelfvertrouwen om de Marmotte uit te kunnen rijden.
De laatste week
Omdat ik de Marmotte alleen ging rijden heb me via de organisatie Chalet
Beyond ingeschreven. Hierdoor was ik verzekerd van een startbewijs en
bovendien kon ik me in de laatste week samen met lotgenoten voorbereiden op
de grote dag van zaterdag 6 juli waarop de Marmotte gepland stond. Zondag 30
juni ben ik naar Oz & Oisans Station afgereisd waar ik die week zou
verblijven. Het chalet lag op een hoogte van 1300 meter en is dus ideaal om
alvast te wennen aan de lucht op deze hoogte. Maandag stond direct de eerste
trainingstocht gepland met beklimming van de Col du Ornon en Oz-Station.
Toen ik 's ochtends mijn fiets wilde pakken kwam ik er direct achter dat ik
niet de enige uit Heesch was. Wesley en Ronald had ik de vorige avond al
ontmoet maar nu kwam ik er pas achter dat ze ook uit Heesch kwamen. De
(fiets)wereld is maar klein zullen we maar zeggen. Na maandag vooral heel
rustig aan te hebben gedaan om puur te wennen aan het klimmen op hoogte
mochten we ons dinsdag testen op de eerste col van de Marmotte, namelijk de
Col du Glandon. Deze test ging uitstekend en in 1 uur en 45 minuten was ik
vanaf het stuwmeer boven op de top. Zaterdag zal deze beklimming alleen iets
rustiger moeten, want ik moet genoeg energie over houden voor de andere 3
cols. Nadat woensdag door het slechte weer een rustdag was geworden en we
donderdag lekker 2 uurtjes hebben uitgefietst was het moment, waar ik al zo
lang naar toe leefden bijna daar.
De race
Om 10 voor 5 ging de wekker en om iets over 5 zat ik aan het ontbijt. Omdat je
tijdens de Marmotte net zo veel koolhydraten verbrand als wat je normaal in
bijna 3 dagen eet, is goed ontbijten zeer belangrijk. Er was ons dan ook
geadviseerd om hier genoeg tijd voor te nemen, met name omdat eten terwijl de
adrenaline al door je lichaam giert niet altijd makkelijk is. Om iets over 6
ging ik met de auto naar beneden en om kwart voor 7 stond ik al in het startvak
te wachten. Ik was ingedeeld in het tweede startvak van half 8 dus ik had nog
even de tijd om mijn laatste reepje, drankje en plasje te doen. De 45 minuten
gingen gelukkig snel voorbij en toen was het moment daar. Quatre, Trois, Deux,
Un en weg waren we met zijn 2 duizenden in hetzelfde startvak.
De eerste 10 kilometer naar de voet van de Col du Glandon ging met een
gemiddelde van boven de 35. Geen probleem als je lekker in het wiel zit bij een
paar van die Franse en Italiaanse haantjes! Bij de voet van de Glandon heb ik
direct mijn eigen tempo gezocht en ik ben op hartslag omhoog gereden. Links en
rechts werd ik ingehaald door hijgende renners, waarbij ik bij sommige het
gevoel had dat ze de betekenis van het woord doseren niet zo goed begrepen
hadden. Rond 10.35 was ik boven op de top van de Col du Glandon. De beklimming
ging prima alleen mijn rug voelde iets minder. Voor de tweede keer deze week was
ik wakker geworden met pijn in mijn onderrug. Niet fijn met bijna 70km klimmen
in het vooruitzicht maar het was helaas niet anders. Na de geneutraliseerde
afdaling van de Glandon rustig af te hebben gedaald begon ik rond 10.20 aan het
tussenstuk van 25km tussen de Glandon en de Telegraphe. Ik was vooraf
gewaarschuwd om jezelf hier niet te op te blazen, maar dat was nog best lastig.
Met name het laatste stuk is behoorlijk vals plat waardoor mijn hartslag direct
omhoog sprong en ik mijn groep moest loslaten om niet te veel energie te
verspillen. Hierdoor begon ik toch wat vermoeider dan verwacht aan de beklimming
van de Telegraphe waar ik eveneens begon te merken dat het heter en heter werd.
Tijdens de 11km lange beklimming van de Telegraphe begon het voor het eerst het
afzien en met de Galibier en Alpe D'Huez nog in het vooruitzicht besefte ik me
dat het een loodzware dag zou worden.
Rond 12.15 bereikte ik de top van de
Telegraphe, waar ik merkte dat de vermoeidheid ervoor zorgde dat ik moeite had
om vast voedsel te eten.
Op wat fruit na heb ik dat vanaf dat moment dus maar
gelaten. Gelukkig had ik genoeg gelletjes mee genomen, dus daar moest ik het
maar mee doen. Na een eerste korte stop op de Telegraphe en een korte afdeling
van 5km begin ik rond 12.30 aan de 18km lange beklimming van de Galibier. De
eerste 10 kilometer voelden al zwaar maar de laatste 8km waren loodzwaar. De
gemiddelde stijgingspercentages komen dan niet meer onder 8 procent en lopen
zelfs op naar 10 procent. Ondanks het enorme afzien heb ik toch ook ontzettend
genoten van deze kilometers. Het uitzicht is hier adembenemend en of je nou
voor- of achteruit kijkt, je ziet één groot lint met renners die zwoegend en
zwetend bezig zijn met hun strijd om de finish te halen.
Na weer een korte pauze van 5 minuten bij de laatste verzorgingspost van onze
organisatie, 1km onder de top van de Galibier, begon ik om 14.30 aan de 50km
lange afdaling van de Galibier en Lautaret. In de eerste kilometers kun je
behoorlijk vaart maken maar zodra je op de Lautaret komt wordt het meer een
meetrap afdaling met op het einde zelfs stukjes die weer oplopen. Om energie te
besparen had ik daarom het advies gekregen om strak bij iemand in het wiel te
gaan zitten, zodat je krachten kunt sparen. Dit werkte prima en ik was dan ook
erg blij met de Deen die het vuile werk voor me opknapte. Na ongeveer 75 minuten
gedaald te hebben was ik rond 15.45 weer in Bourg D'Oissans waar alleen nog de
14km lange beklimming van de Alpe D'Huez op me wachtte. Ik heb hier nog snel
mijn bidons gevuld en het laatste gelletje naar binnen gewerkt en toen kon ik
beginnen aan de klim. De temperatuur was inmiddels opgelopen naar 37 graden en
al in de eerste meters merkte ik dat ik bijna geen energie meer over had. Mijn
benen waren helemaal verzuurd en door het de hele dag proberen te ontlasten van
mijn rug had ik inmiddels ook spierpijn in mijn armen. Van bocht tot bocht vocht
ik mezelf naar boven en om me heen merkte ik dat iedereen op het eind van zijn
of haar latijn reed. Na in een paar bochten even 10 seconden op adem te zijn
gekomen, kwam ik aan bij de beroemde Nederlandse bocht 7 waar een waterpost was
aanwezig was. Om wat af te koelen heb ik een bidon water over mijn hoofd
gegooid, waarna ik mijn laatste krachten verzamelde om verder te gaan. Om me
heen zag ik inmiddels steeds meer renners lopend naar boven komen of totaal
uitgeblust naast de rand van de weg liggen. Ik probeerde door te blijven fietsen
maar ik was inmiddels zo vermoeid dat ik bij elke bocht even op adem moest
komen.
De laatste kilometers kropen voorbij, maar toen ik boven kwam in het dorp voor
de laatste kilometer, kwam het besef dat ik de strijd had gewonnen. Vlak voor de
finish zag ik mijn vader nog langs de kant staan, die als verassing samen met
mijn moeder, vriendin en oom naar Frankrijk was gereden om me aan te moedigen.
Na een dag vol afzien kwam ik vol emotie over de finish en zag ik dat ik er
zonder de afdaling van de Glandon 9 uur en 22 minuten over had gedaan. Genoeg
voor zilver en dat was ook mijn doel toen ik 's ochtends aan de start stond. Om
meerdere reden was het een dag om nooit te vergeten en ondanks het enorme afzien
ga ik in de toekomst de strijd graag nog een keer aan, maar dan voor goud!
Luuk van Elk